Op dit moment leest mijn nichtje Nina het manuscript van Wolfje II (nog zonder officiële titel). Zij is de eerste die het leest. Ze wilde dat graag. Ook toen ik zei dat zo’n manuscript nog niet af is, dat het gewoon een pak A-4tjes is, en dat ze dan alles al weet als het boek uitkomt. Dat vond Nina niet erg, dat vond ze juist leuk. Ze vond het spannend en bijzonder om één van de eerste lezers te zijn. Wie ben ik dan om haar zoiets te weigeren, als tante? En nu is ze zelfs de allereerste…
Ik was er eigenlijk nog niet klaar voor. Dat wil zeggen, ik had alles wel getypt en verplaatst van mijn schrift naar mijn laptop, maar ik wilde het allemaal eerst rustig doornemen en herschrijven en nog een paar keer doorlezen en het dan pas laten lezen. Maar ja, ik ken mezelf, dat kan nog weken duren. En ik moet het binnenkort toch een keer naar de uitgever sturen. Gisteravond dacht ik opeens: niet zo tuttig doen. Huppekee, printen en meegeven. Ik gooi mezelf voor de leeuwen. Die leeuwen zijn voorlopig mijn nichtje en mijn moeder. Twee leeuwen, dat is te overzien. En bovendien is het familie.
Maar goed. Nu zit ik toch peentjes te zweten. Tegen elf uur vanochtend mailde mijn zus een prachtige foto van Nina, die aan tafel het manuscript zat te lezen, met daarnaast een blocnote en potlood voor aantekeningen. Heel professioneel. Rond een uur of één had ze 28 bladzijden gelezen. Ze vond het erg leuk en had hardop gelachen, mailde mijn zus. De rest moet ik afwachten. Vanavond leest ze verder. Het kleine leeuwinnetje.
NAGEKOMEN BERICHT (maart 2019): ter info, voor mijn lezers, Wolfje II is niet gepubliceerd en zal er waarschijnlijk ook nooit komen… helaas. Soms lopen de dingen anders dan je hoopt.