De koning

We zaten een half uur lang schuin achter de koning, tijdens een toneelvoorstelling over de grondwet. We zaten vlakbij, we konden hem bijna aanraken. Hij kon ons niet zien, tenzij hij zou omkijken, maar dat doen koningen niet. Hij lachte wel, soms, om stukjes dialoog, om grapjes van de acteurs, en die lach was echt. Hij had iets kwetsbaars. En hij zag er heel gewoon uit. Hij droeg een gewoon pak, vast een duur pak, maar toch, gewoon. En volgens mijn moeder had hij boerenhondenhaar. Hij gedroeg zich beleefd en een beetje verlegen. Veel minder koninklijk dan de acteur die de koning speelde, vlak voor zijn neus, in een koninklijk kostuum.

Je wordt koning door het gedrag van de anderen. Dat was een belangrijke les op de acteursopleiding: je kunt geen koning spélen, je wórdt koning dankzij de andere acteurs. Een kostuum kan natuurlijk helpen, maar vooral aan het gedrag van degenen die hem omringen ziet het publiek wie de koning is (of de koningin, of een ander hooggeplaatst personage).

Voor hij kwam werd ons op zachte toon gevraagd of we allemaal wilden opstaan zodra hij binnenkwam en als hij vertrok moesten we weer opstaan en wachten tot hij weg was. Dat beloofden we allemaal braaf, en een tikkeltje opgewonden. Dus toen de koning kwam aangelopen in zijn gewone pak, schoten wij zo ontspannen mogelijk in de houding, en ontstond er een kloof van honderdduizend kilometer tussen die lieve jongen met z’n boerenhondenhaar en ons, het volk, de rest, de andere acteurs.

We keken naar de koning die naar het toneelstuk keek.

Toen hij vertrok stonden we allemaal op en zagen hem de glazen draaideur inlopen. Buiten hoorden we het aanzwellende gebrul van het volk: ‘De kóning, de kóning!’
Het vrat hem op. Met pak en al.

En wij? Wij bleven verdrietig achter. We hadden hem niet geknuffeld.

 

 

Posted in Persoonlijke berichten, Theater | 1 Comment

Gesprekjes met kinderen

Ik schrijf nog even over mijn scholenbezoek in Brabant, omdat de gesprekken met kinderen zo leuk zijn en als ik het niet opschrijf vergeet ik hoe ze gingen:

Maandag, 24 februari 2014.
Bezoek aan twee kleine scholen in Dussen en Waardhuizen.
Op de gevel van de ene school hangt een paar boerenklompen en op de andere staat ‘School met de bijbel’ (ik scan in gedachten razendsnel mijn kinderboeken op mogelijk aanstootgevende scènes, maar dat valt gelukkig mee, en bovendien loop ik al naar binnen). Wat heerlijk dat er nog kleine scholen bestaan, met kleine groepen en uitzicht op de weilanden. De sfeer is anders in kleine groepen, rustiger en intiemer. Je zou het elk kind gunnen. Elke meester en juf ook trouwens. Zoals altijd vraag ik aan de kinderen of ze vragen hebben, en het antwoord is altijd ‘ja’. En dan volgen er fijne gesprekjes, die gaan over (hoe het is om te) schrijven, en over andere dingen.

Een vraag die vaak terugkomt:
‘Hoe lang doe je erover om een boek te schrijven?’
‘Ehm, raad ‘s hoe lang ik heb gedaan over Wolfje…’ zeg ik dan.
Ze raden het nooit, want tien jaar is natuurlijk belachelijk lang. Dat maakt altijd enorm veel indruk, je zou hun gezichten moeten zien… Zo zie je maar, elk nadeel heeft z’n voordeel. Meteen daarna vertel ik dat het ook sneller kan, en dat Nooit is voor altijd in anderhalf jaar klaar was. Bij een vervolgvraag wordt het rekenen:
‘Hoe lang doe jij gemiddeld over het schrijven van een boek?’
Ik roep jolig ‘Tussen de nul en de tien jaar!’
Maar dat is niet precies genoeg. Iemand rekent hoofd en zegt ‘ongeveer zes jaar’.
Best confronterend. Maar goed, ik ben net begonnen…

Vraag van een jongen:
‘Wat vind je niet leuk aan schrijven?’
Ik antwoord dat ik eigenlijk alles leuk vind aan schrijven. Dat het enige niet-leuke aan schrijven op dit moment te maken heeft met de dingen er omheen, met het gevoel dat je heel veel ideeën hebt en heel graag verder wilt, maar niet goed verder kunt omdat er dingen zijn die je tegenhouden.
‘Dat gevoel ken ik’, zegt de jongen.

Vraag van een jarige jongen (rozet met ‘birthday boy’ op zijn borst gespeld):
‘Ben je getrouwd?’
Ik leg uit dat ik samenwoon en zo-goed-als-getrouwd ben, en dat begrijpen ze heel goed (ook op een school met de bijbel), dat je niet hoeft te trouwen om veel van iemand te kunnen houden. Ik zeg nog iets over mijn gescheiden ouders, en een meisje vertelt dat haar zus heel graag wil trouwen maar de vriend van haar zus niet. En dan zegt de jarige jongen opeens luid en duidelijk:
‘Als je getrouwd bent, dan begint het pas!’
We zijn het roerend met hem eens.

Tijdens het schrijven gebeurt er ook iets moois.
Ik doe altijd een schrijfoefening, waarbij ik de beginzinnen geef en de kinderen vraag een zielig verhaal te schrijven, waarbij ze flink mogen overdrijven. Soms zijn er kinderen bij wie het niet lukt, die moedeloos naar hun lege blaadje staren en geen letter op papier krijgen, terwijl de anderen druk zitten te pennen. In de eerste groep heb ik twee van zulke sip kijkende meisjes. Ik probeer ze te helpen, en doordat de groep zo klein is kan ik ze goed aandacht geven. Aandacht, en vooral: tijd. Want na wat aanwijzingen en na lang nadenken lukt het de meisjes toch om iets te schrijven. En ze schrijven prachtig, heel creatief en gedurfd, juist, gek genoeg. De eerste komt met een barok verhaal over een draak die haar had opgegeten en weer uitgekotst, omdat hij haar te smerig vond, en die daarna nog haar hele familie opvrat en weer uitkotste. En het meest verlegen meisje schrijft niet veel, één enkele zin, maar wel een zin die ik nooit meer vergeet:

Mijn vis viel van de trap en brak zijn been.

 

 

Posted in Nieuws, Over onderwijs en lesgeven, Wolfje | Tagged , , , , | Leave a comment

Tempo lezen (en schrijven)

Ik kreeg een mail van de moeder van Meike, een meisje van acht, uit Limburg. Ze gaat al anderhalf jaar naar logopedie, om te leren ‘tempo lezen’. Ze hadden samen Wolfje gelezen, en haar moeder schreef:

‘Meike vond het boek grappig, spannend, ontroerend en vooral heerlijk om te lezen.’

En ze schreef nog iets, waar ik zo mogelijk nóg blijer van werd:

‘Tijdens het lezen van “Wolfje” is er volgens mij een knopje omgegaan bij Meike. Ze las jouw boek als een speer.’

Tempo lezen. Ik heb maar niet tegen Meike gezegd dat ik er tien jaar over heb gedaan om Wolfje te schrijven. In plaats daarvan heb ik haar een heleboel boekentips gemaild, zodat ze door blijft lezen. Snel, of iets langzamer. Als het maar véél is. En goed.

Meikes moeder had gelezen dat er een nieuw verhaal over Wolfje komt:
‘Nou, wij zijn razend nieuwsgierig.’
Ik ben eerlijk gezegd ook razend nieuwsgierig… of het me gaat lukken om dat boek te máken. Dat is op dit moment nog onzeker. Maar ik ben er hard mee bezig. En desnoods doe ik er gewoon wéér tien jaar over. Nee hoor, grapje!

Zodra er nieuws is laat ik het horen. Hopelijk is het goed nieuws. En hopelijk kan ik dan ook leren ‘tempo schrijven’.

NAGEKOMEN BERICHT (maart 2019): ter info, voor mijn lezers, Wolfje II is niet gepubliceerd en zal er waarschijnlijk ook nooit komen… helaas. Soms lopen de dingen anders dan je hoopt.

Posted in Nieuws, Wolfje | Tagged , | Leave a comment

Als de rook om je hoofd is verdwenen

Verjaardagstaart Afgelopen week was ik jarig. Ik vier het niet graag, en ook weer wel. Elk jaar begin ik met niet-willen-vieren, om kort van tevoren te bedenken dat ik het niet-niet-wil-vieren. Maar dan is het te laat om mensen uit te nodigen. Zeker als ze uit andere steden komen en gezinnen hebben of drukke levens, en al helemaal niet op een doordeweekse dag. En dus nodigde ik bijna niemand uit. (Sorry jongens!)

Een vriendin die ik wel durfde uit te nodigden (omdat ze op kruipafstand woont), bood aan om een taart voor me te bakken. Aangezien ik zelf geen bakster ben (zie vorig blog), greep ik haar aanbod met twee ovenwanten aan. Op mijn feestje brachten zij en haar dochter een groot pak mee, een soort pyramide van wit satijnachtig papier met witte linten, en daaronder de mooiste taart die ik ooit heb gehad. Een roze meisjestaart, met fondant en bessen en chocola, eetbare roosjes, vlinders en glitter, en een roze plastic kandelaar met verjaardagskaarsjes. Kaarsjes die knetterden en die, nadat ik ze had uitgeblazen, vanzelf weer aangingen. Magisch. Een magische meisjestaart, op mijn 32ste (ahum) verjaardag. Mèt roze champagne.

Rook

En zoals dat gaat.

Zoals het leven gaat.

Als het vuurwerk is gedoofd.

En de sprookjestaart op.

De volgende dag bijt ik in een appel, voel iets hards en denk een steentje in mijn hand te hebben. Het was mijn eigen kies.
Niet helemaal. Een stukje.
Maar toch.

Als de rook om je hoofd is verdwenen. (Opnieuw uitgebracht in mijn geboortejaar!)

Posted in Persoonlijke berichten | 4 Comments

Rozengeur en Madeleines

Er zijn vrouwen (en misschien ook mannen, hoewel ik die nog niet ben tegengekomen) die blogs hebben vol zelfmaakdingen en heerlijke recepten, bijvoorbeeld voor cupcakes. Ik ben niet zo van het handwerken. Hoewel er een naaimachine (nog nieuw in de doos) op me wacht, en ik alvast allerlei stofjes en een stuk of twintig Burda’s heb gekocht, in de hoop dat ik op een dag zelf kleren ga kunnen maken. En ik ben ook niet zo van het bakken. Hoewel ik veel mooie kookboeken heb, en vol bewondering lees en zie hoe anderen de lekkerste taarten bakken.

Het kan me niet zoveel schelen, eerlijk gezegd. Die naaimachine komt op een dag wel uit zijn doos. Of niet. Dan kan ik altijd nog dromend de Burda’s lezen. Of in de kookboeken bladeren, en dingen ruiken die ik nooit zal koken. Maar nu dacht ik, misschien vindt u het jammer… u, lezers. Misschien zit u te wachten op handige patronen of recepten. Patronen heb ik nog even niet, maar ik heb alvast één fijn recept. Niet van mezelf, helaas. Maar literair verantwoord. Dat dan weer wel.

Het heeft te maken met mijn voorlaatste blog, over Prousts  A la recherche du temps perdu. In het eerste deel van die cyclus, Du côté de chez Swann, spelen Madeleines een belangrijke rol. Ik ga niet helemaal uitleggen hoe dat zit, maar in het kort komt het hier op neer: de verteller doopt een Madeleine in een kopje thee en wordt overspoeld door herinneringen, veroorzaakt door de geur en smaak van dat in thee gedrenkte cakeje. Het gaat over ‘mémoire involontaire’: herinneringen die sluimeren in ons onderbewuste en die worden opgeroepen door dagelijkse handelingen, geuren, smaken, etc. Enfin, u moet echt die boeken lezen!

Maar misschien houdt u niet zo van lezen… en wèl van bakken. Geen man overboord, u kunt gewoon hier blijven, op dit blog. Want, jaja, hier komt een recept, een heus recept. Hopelijk leest u Engels (sla anders die lap tekst maar over)… hier komt ie… voilà, met dit (geleende) recept maakt u er 24 in 25 minuten:

Madeleines

(met rozengeur!)

 

Posted in Over boeken, Persoonlijke berichten | Leave a comment

Fictie en non-fictie

Gisteren hielp ik mijn neefje van 12 met z’n huiswerk voor Engels en Nederlands.
Ik vroeg hem wat hij voor Nederlands moest leren, waarover de stof ging.

‘Over fictie… en non-fictie.’

Korte stilte. Hij kijkt me vorsend aan.

‘Weet jij wel wat dat is…?’

 

Posted in Persoonlijke berichten | Tagged , | 2 Comments

Moeilijke boeken

Marcel Proust, 1900.

Marcel Proust, 1900.

Laat ik het jaar goed beginnen, met een blog over boeken. Moeilijke boeken. Boeken die je gelezen moet hebben, maar die eigenlijk onleesbaar zijn. Of niet. Dat is de vraag.

Ik schreef eerder over Ulysses van James Joyce, een klassieker die ik graag wilde lezen, het liefst in het Engels, maar waar ik met geen mogelijkheid doorheen kwam, zodat ik de strijd zelfs (tijdelijk) heb moeten opgeven. Nu heb ik een andere klassieker eindelijk wèl bij de lurven gepakt, het eerste deel van Prousts cyclus A la recherche du temps perdu: Du côté de chez Swann. Proust staat bekend om zijn lange zinnen, met veel komma’s en bijzinnen, vol filosofische gedachten en beschrijvingen. Zinnen waarbij je vaak aan het einde het begin alweer kwijt bent, en terug naar ‘af’ moet, als je pech hebt. Onleesbare zinnen, eigenlijk. En toch heb ik het eerste deel zo, hinkstapspringend, uitgelezen. Langzaam. Très lentement.

Het kan dus wel, moeilijke boeken lezen. Dat u het weet. Mocht u op dit moment hopeloos vastzitten in een klassieker die u dolgraag wilt uitlezen. Het IS mogelijk.

Wat helpt is er omheen lezen, of kijken. Artikelen over het boek en de tijd waarin het is geschreven, biografieën of documentaires over de schrijver. Een cursus literatuur volgen, of, zoals ik, opnieuw gaan studeren en dan college krijgen van een docente die Proust-expert is. Wat ik wil zeggen is: u hoeft het niet alleen te doen. Zoek hulp!
Haha, alsof moeilijke boeken lezen een ziekte is… nou ja, misschien is het dat ook wel, een besmettelijke ziekte. Ik ben besmet (‘proest’) en ga de rest van A la recherche ook lezen, al moet ik er tien of twintig jaar over doen. En Ulysses… die trek ik nog wel een keer aan z’n jas.

Voor wie ook Proust wil lezen, hier wat hulp-links:
– Nederlandse wikipagina over Proust
– artikel van Carel Peeters in Vrij Nederland: Terug naar 1913, het jaar dat Marcel Proust de literatuur veranderde 
-Une vie d’écrivain (1992), een interessante en mooie documentaire over leven en werk van Proust (in het Frans, met optioneel Franse ondertiteling)
– Du côté de chez Swann, integraal voorgelezen in het Frans

Bonne lecture!

Aanvulling (10 januari)

Op facebook stelde een collega-schrijfster n.a.v. dit blog een belangrijke vraag. Hieronder haar vraag en mijn antwoord:

  • Tanneke Wigersma     maar…was het ook de moeite waard?
  • Claudia Jong    Ja! Boeken zijn niet voor niets klassiekers. Proust heeft lang gewerkt aan zijn ‘Recherche’ en het is fijn om zulke boeken te lezen, rijk aan gedachten.
    Het er omheen lezen is ook boeiend, je duikt in een andere tijd en leest hoe schrijvers toen leefden en werkten. Heel interessant!
    En er zitten prachtige scènes in, bijv over het bedritueel van een jongetje dat per se wil dat zijn moeder hem komt zoenen, ook als dat eigenlijk niet mag van zijn vader. Of jaloezie-scènes/gedachten, die heel ver gaan en schrijnend en grappig zijn. En scènes over salons, met graven, gravinnen, prinsessen, en snobs, de mensen die proberen zich omhoog te werken. Smullen.
Posted in Over boeken, Over Frankrijk en de Franse taal | Tagged | Leave a comment

Natte kerst en gelukkig nieuwjaar

Natte kerst

 

Ik wens alle lezers van mijn blog (en boeken) fijne kerstdagen en een mooi, gezond en goed 2014, met veel lachrimpeltjes!

 

 

Posted in Nieuws | Leave a comment

Heeft u ooit…

Ik fiets bijna elke dag langs een gracht met zwanen. Veel zwanen, opvallend veel zwanen voor één gracht. En een groot deel ervan was grijs. Grijs-achtig. Dus nog jong.

Op een dag waren alle zwanen opeens wit.

Ik heb het niet zien gebeuren.

Heeft u ooit grijze zwanen wit zien worden?

 

 

Posted in Persoonlijke berichten | Leave a comment

Het lege blog

Het is een beetje stil hier, vindt u niet? Dat komt hierdoor: steeds als ik een onderwerp bedenk voor een blog, vind ik het niet leuk of goed genoeg. Of het moment is voorbij, en dan hoeft het al niet meer. Of er is al zoveel over het onderwerp gezegd, door anderen.

Zou ik lijden aan een writer’s blog?

Ik zag laatst een mooi citaat voorbij komen:

 

Ik ben bang voor het lege blog. Dat is het. Maar dat is niet zo erg hoor, er zijn ergere dingen. Geloof me.

De angst voor het lege blad, bijvoorbeeld. Dát is pas erg.
Kijk maar hier. Lees en huiver…

 

Posted in Persoonlijke berichten | Leave a comment