De grote verrassing

Gisteren gaf ik als Schoolschrijver les 7 bij mijn drie vaste groepen 7, en nu beginnen er bij sommige kinderen kwartjes te vallen (of frankskes). Dat levert geweldige momenten op…
 
Zo was er een jongen die uit zichzelf rijmwoorden verstopte in zijn prozatekst. Hij speelde met taal, had er veel plezier in en was zichtbaar trots op zijn vondst.
 
Na de eerste enthousiastelingen zijn er nu ook kinderen die eigenlijk niet goed durven voorlezen voor de klas, en zich toch door mij laten overhalen. Die kinderen prijs ik nadat ze hebben gelezen de hemel in, voor hun moed en vertrouwen. Ik hoop dat deze stap ze een duwtje in de rug geeft.
 
En dan was er de grote verrassing…
Deze jongen, die vanaf les 1 ongeconcentreerd was, niks op papier kreeg en weinig leek te begrijpen, zat dit keer aandachtig te luisteren en stelde vragen. En bij de schrijfopdracht rolde er opeens deze lap tekst uit, die hij ook nog eens geweldig voorlas.
Het is met potlood geschreven en niet zo goed leesbaar. Het gaat over een stad in de toekomst, met vliegende auto’s en een taxi, en hij beschrijft alles heel goed, met geuren en kleuren. Meteen na het lezen kreeg hij een daverend applaus van zijn klasgenoten, en complimenten van mij en zijn meester (ook omver geblazen).
De jongen gloeide en groeide van trots. Zijn gezicht was ineens ook anders, net als de blik in zijn ogen.
Wat fantastisch om dit te zien gebeuren…
 
 
 
 
Posted in Over De Schoolschrijver, Over onderwijs en lesgeven | Tagged , , , , | Leave a comment

Heeft het zin…

 
Schoolschrijver zijn is intensief en best vermoeiend… voortdurend zoeken naar ingangen om kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven verder te krijgen, omhoog, of juist de diepte in… richting ‘diepgang’ of ‘in het diepe’ als ze iets proberen wat ze eng vinden.
Na een dag Schoolschrijver-lessen slaat de vermoeidheid soms naar binnen, en als ik op mijn fiets stap word ik weleens besprongen door de vraag: heeft het zin… deze lessen, op deze school, bij deze kinderen?
En dan is het antwoord toch JA.
 
Zo zag ik vandaag op veel tafels de brieven die de kinderen hebben geschreven, de oogst van mijn les van vorige week. Sommige kinderen gaan hun brief nog echt versturen, met postzegel en envelop.
Maar alleen al een brief schrijven is een ding. Zinnen maken, iets vragen aan de ander en iets over jezelf vertellen, op papier… dat is allemaal niet vanzelfsprekend.
De trots (bij de kinderen en bij mij) als het lukt, en als zo’n brief er ook nog eens mooi en verzorgd uitziet. Met leestekens! Halleluja!
 
En dan mijn les over poëzie, vandaag…
Natuurlijk werden er een hoop rijmpjes in elkaar geflanst, soms gewoon om er snel vanaf te zijn. ‘Kijk, juf!’
Maar er waren kinderen die er echt iets moois van wilden maken…
Mooiste voorbeeld:
M, een jongen (groep 7, al lichtelijk aan het puberen) die in mijn eerste lessen achterover leunde en zei dat hij nooit boeken las, alleen internet, en die verontwaardigd vroeg: ‘Waarom moet ik schrijven? Ik kan toch typen?’
Zijn korte brief was een eerste stap… in een verrassend mooi handschrift.
Vandaag schreef hij een gevoelig gedicht over de natuur en over een bloem, waarbij hij de ‘regels’ aan zijn laars lapte en de woorden naar zijn hand zette.
Hij las het voor, dwars door het macho-gegniffel van sommige klasgenoten heen.
Ik hoop dat hij trots is.
En dat hij misschien toch stiekem een keer een boek gaat lezen.
Of een dichtbundel.
 
 
 
Posted in Over De Schoolschrijver, Over onderwijs en lesgeven | Tagged , , , , , | Leave a comment

Voor Vrede

 

Vrijheid is kwetsbaar

Het ligt op de grond en beeft

Gewond wit duifje

 

 

Posted in Haiku's | Leave a comment

Het verhaal van Ravenna

Zoals altijd schrijf ik een blog op de laatste dag van het jaar.
Terugbladerend in mijn agenda kon ik de invloed van corona en de lockdowns goed zien: het online en hybride lesgeven, nul keer gereisd, één keer gelogeerd…
Toch gebeurden er mooie dingen: op 29 augustus ging ik voor het eerst weer naar toneel. Zo staat het in mijn agenda: “1e keer toneel, sinds covid!” Daarna zag ik nog een aantal mooie voorstellingen en in november ging ik zelfs een avond naar festival Crossing Border, waar Sophie Hunger mijn lievelingsliedje speelde. Ik beleefde die avond heel intens, het gewone was opeens bijzonder: live muziek, zalen vol blije mensen, schrijvers, zangers, muzikanten…
Ook gewoon en bijzonder: doordat ik lesgaf op een gymnasium raakte ik zo nieuwsgierig naar de klassieke talen dat ik lessen Latijn en Grieks ben gaan volgen, online. Latijn doe ik nog steeds, bij de geweldige leraar Casper Porton, en dat had zonder corona en de onlinelessen niet gekund, vanwege de afstand.
Zo levert die nare pandemie af en toe mooie dingen op.
Hopelijk is dat bij jullie -lezers van dit blog- ook zo. 
Ik wens jullie een gezond en mooi 2022, met veel bijzonder-gewone momenten.

Nu wil ik het niet meer over mezelf hebben…
Afgelopen jaar stond vooral in het teken van lesgeven. Tot de zomer gaf ik Frans op een middelbare school, en het hele jaar door bezocht ik als (School)schrijver veel basisscholen, waar ik oefeningen gaf in creatief schrijven. 
In klaslokalen las ik vaak De wind en wij voor, en dan liet ik de kinderen verzinnen hoe dat verhaal verder zou kunnen gaan. Waar gaat het meisje naartoe, wie gaat ze ontmoeten, wat gaat ze doen? En wat zit er in het koffertje?
Daar kwamen mooie verhalen uit, die kinderen voorlazen, een beetje verlegen, en trots.
Soms kom je als schrijver/leraar op zulke momenten pareltjes tegen… kinderen die iets schrijven dat opvalt. Dat gebeurde bij Ravenna, een meisje uit groep 8. Ze las een paar regels voor, haar verhaal was nog niet af, maar het was opvallend sterk en intrigerend.
Na het bezoek vroeg ik (via haar leraar) of ze het wilde afschrijven en iets over zichzelf wilde vertellen, en of ik haar verhaal mocht publiceren op mijn blog. Dat mocht. Ik heb het bewaard, voor nu, de laatste dag van het jaar.
Hieronder het briefje dat ze schreef, aan jullie, en meteen daaronder haar verhaal. Ik hoef daar verder niets bij te vertellen… het spreekt voor zich.
Ravenna, als je dit leest, dank voor je verhaal! Hopelijk ga je door met schrijven.
Aan alle kinderen die ik dit jaar heb ontmoet: blijf lezen en schrijven!
Aan de leerlingen die ik Frans gaf (2b, 2f en 3f), ik mis jullie… j’espère que vous allez bien.
Aan iedereen: gelukkig nieuwjaar!

“Hallo, mijn naam is Ravenna. Ik ben 11 jaar en zit op de Prins Willem Alexanderschool in ‘s-Gravenzande. Ik vond het heel erg leuk dat Claudia Jong in onze klas kwam. Ik vond het boek ‘De wind en wij’ ook heel erg leuk. En ik vond het nog leuker toen mij gevraagd werd om mijn verhaal af te schrijven! Ik hoop dat jullie het mooi vinden!”

 

Posted in De wind en wij, Over De Schoolschrijver, Over onderwijs en lesgeven, Persoonlijke berichten | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Bijzonder bezoek

 
Ik maakte vandaag in mijn bezoek aan groepen 4/5 en 6/7 twee uitersten mee…
 
Aan de ene kant een jongen die weigerde te schrijven en niets moest hebben van fantasie. Toen ik probeerde hem aan te sporen en vroeg of hij een computer zou kunnen laten praten, zei hij: ‘Computers kúnnen niet praten, alleen in enen en nullen.’
 
Aan de andere kant kinderen die pagina’s vol hadden geschreven en zowat ontploften van fantasie en ideeën voor verhalen.
 
In diezelfde klas een jongen die me bij het naar buiten gaan aanklampte en een boek liet zien: ‘Heb je al eens iets gelezen van Rob Ruggenberg… Nee? Dan raad ik je aan te beginnen met deze: Offerkind, en daarna moet je deze lezen!’
Hij haalde de boeken tevoorschijn.
Ik beloofde dat ik dat zou doen, en zei: ‘Ik lees op dit moment de winnaar van de Thea Beckmanprijs…’
Hij vulde meteen aan: ‘IJzerkop’.
O ja, en ik moest ook naar het Archeon. 
 
Van een andere jongen leerde ik dat er zoiets bestaat als ‘rivierdolfijnen’, die een beetje roze zijn en met uitsterven worden bedreigd.*
 
En er was een nieuw meisje in een groep, net uit Afghanistan.
Ze kon nog geen Nederlands en ze kon ook niet schrijven in het Engels of in haar eigen taal, omdat ze nog nooit naar school was gegaan… dit was haar eerste schoolervaring.
Ik vroeg haar iets te tekenen en ze kwam haar tekening trots aan me laten zien.
 
Wat is het toch mooi om te mogen doen, die schoolbezoeken…
Heel intensief en vermoeiend, en soms ook heel bijzonder.
 
 
 
*In het Schoolschrijver-maand programma ‘Echt waar?’ leren kinderen hoe ze kennis/feiten kunnen gebruiken in verhalen. Ze leren fictie en non-fictie herkennen. Prachtig programma!
Bekijk ook de andere maandprogramma’s van De Schoolschrijver. 
 
 
Posted in Over boeken, Over De Schoolschrijver, Over onderwijs en lesgeven | Tagged , , , , , | Leave a comment

Stille wensen

Ik ben geen docent Frans meer…

Wie dit blog volgt (en dat kost niet veel tijd, aangezien ik niet zo vaak blog) weet dat ik was teruggekeerd in het onderwijs en eindelijk mijn draai had gevonden, als docent Frans op een gymnasium in Leiden. Ondanks Corona en het online lesgeven ging het goed en vond ik het leuk. Maar ik was vervanger met een tijdelijk contract, en ergens rond maart-april zou ik te horen krijgen of ik zou kunnen blijven. Ik wilde graag blijven. En tegelijk was er een stemmetje in mijn hoofd dat zei: ‘Als je contract niet wordt verlengd, hoef je de keus niet zelf te maken…’
Want zelfs met een klein parttime baantje liep ik er weer tegenaan: schrijven en een baan in het onderwijs gaan niet goed samen. Voor mij tenminste… kennelijk stop ik zoveel energie in het docent-zijn dat ik geen energie meer overhoud voor schrijven. Ik zeg ‘energie’, maar het gaat eigenlijk om ‘ruimte in je hoofd’. Als ik docent Frans ben, zit mijn hoofd vol leerlingen, Franse grammatica en toetsweken. Geen plek meer voor verbeelding. Of te weinig. Er zijn schrijvers/docenten die het wél kunnen combineren. Hopelijk lukt het mij op een dag ook. En hopelijk vind ik dan weer zo’n fijne school. 

Stille wensen zijn gevaarlijk, dat blijkt, want er waren niet genoeg uren Frans en mijn contract werd niet verlengd. Eerst was ik daarover verdrietig en teleurgesteld, maar ik wist natuurlijk donders goed dat ik dit zelf had ‘besteld’. Ik wilde meer ruimte voor schrijven. Bovendien bleef er nog iets anders over: mijn werk als leesbevorderaar, geen mooi woord, maar wel mooi werk, dat ik heel graag doe. De komende maanden – ook in de Kinderboekenweek – ga ik veel basisscholen bezoeken, schrijflessen geven en met kinderen praten over boeken.

Gisteren was de aftrap, mijn eerste schoolbezoek, de start van mijn nieuwe schooljaar.
Zo voelde het, als de eerste schooldag na de zomervakantie. Alsof ik alles weer opnieuw moest leren. Gelukkig kende ik de school al: basisschool De Parkiet in Den Haag, waarover ik eerder schreef en waar ik De wind en wij voor het eerst voorlas. Ik had een nieuwe schrijfles ontwikkeld – ‘Verhaal bij een kunstwerk’ – die ik voor het eerst ging geven (en testen) bij de groepen 5 en 7. Ik liet de kinderen verhalen schrijven bij afbeeldingen van vier door mij gekozen kunstwerken. De opbouw van mijn les bleek goed te werken, de kinderen waren geboeid, kozen een kunstwerk en kwamen snel op gang met schrijven. Zelfs bij het laatste deel van de les, mijn ‘spreekbeurt’ over de vier werken en hun makers, haakten ze niet af en bleven aandachtig luisteren.

Schrijven en beeldende kunst blijkt een gouden combinatie. Voor de kinderen, maar ook voor mij, als schrijfdocent (ha, toch nog docent!). Via de kunstwerken en kunstenaars komt er zoveel voorbij aan beelden, vormtaal, kleuren, thema’s, creativiteit, fantasie en realiteit, de levensverhalen van de kunstenaars en verbanden met onze levens, nu… die rijkdom en diepgang vallen in goede aarde bij kinderen. Hopelijk kan ik deze les nog vaker geven, op andere scholen. Ik ga er vanuit dat deze (hier hardop getoeterde) stille wens uitkomt.

De kinderen schreven mooie, grappige en soms droevige verhalen.
Eén van die verhalen wil ik met jullie delen.
Een jongen in groep 7 vroeg me tijdens de les fluisterend om hulp: ‘Mag ik ook schrijven over iets anders dan alleen de citroen en de paprika?’ 
Natuurlijk mocht dat, en toen schreef hij dit…
Een poëtische tekst, met rafels, ritme en herhalingen.
Hij creëerde een wereld om dit stilleven heen.
En wij werden er stil van.

De foto’s zijn gemaakt door twee geweldige leerkrachten:
Geert Snijders, groep 5, foto bovenaan: jongen kijkend naar Meisje in rode kimono (Geesje Kwak), van George Hendrik Breitner.
Natascha de Korte, groep 7, foto van het verhaal van S., met Citroen en paprika, van Odilon Redon.
De kunstwerken zijn te zien in Kunstmuseum Den Haag.

Wil je dat ik deze schrijfles (groep 5-8) ook kom geven op jouw school? Boek me dan via De Schrijverscentrale (zie ‘contact’).

Posted in De wind en wij, Nieuws, Over onderwijs en lesgeven, Persoonlijke berichten | Tagged , , , , , , , | Leave a comment

Ranja, want dat kan ja

Een tijdje geleden werd ik via De Schrijverscentrale uitgenodigd voor een auteursbezoek bij een school in Eerbeek, zo’n drie uur reizen van Den Haag. Vanwege Corona wilde ik niet zo ver met het OV reizen en stelde voor om het bezoek op afstand te doen, online.
De school ging akkoord. Het was een relatief kleine school, met gecombineerde groepen: 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. Ik zou dus in vier lessen de hele school bezoeken.

De dag voor mijn bezoek was ik toch zenuwachtig… vooral voor mijn bezoek aan de kleuters, groep 1 en 2. Ik heb nog niet zoveel ervaring met bezoeken aan kleutergroepen, en was een beetje bang dat dit online niet zou werken. Zou het wel lukken om via de webcam een prentenboek voor te lezen? Zouden de kinderen de prenten goed genoeg kunnen zien via het digibord? Zou ik hun aandacht kunnen vasthouden? Zou mijn doe-opdracht op afstand wel werken?

Het kwam allemaal goed. Ook in de andere groepen. Dat was voor een groot deel te danken aan de goede voorbereiding van de leerkrachten: ze hadden in elke groep voorgelezen uit mijn boeken en de oudere kinderen hadden vragen voorbereid.
Het voorlezen aan de kleuters ging eigenlijk heel goed. Ik las rustig en hield het boek – De wind en wij – regelmatig voor de camera, zodat de kinderen de prenten konden bekijken. Ik liet ze af en toe meedoen, en de kinderen reageerden enthousiast, alsof ik niet honderdvijftig kilometer bij hen vandaan was, maar heel dichtbij. Bij de opdracht gingen ze allemaal tekenen, met hulp van de juf en extra hulptroepen (ouders, klassenassistenten?).

Bij de oudere kinderen ging het ook prima. Ze stelden veel vragen, luisterden naar een voorleesfragment en gingen daarna zelf aan de slag, terwijl ik ze via het digibord kon helpen en aanmoedigen. Ze lieten trots hun zelfgeschreven zinnen aan mij horen en zien voor de webcam.

De kinderen van groep 1 t/m 4 mochten een eigen, ideale vriend(in) bedenken en tekenen/schrijven, waarbij ze hun fantasie mochten gebruiken (want in verhalen kan alles).
De groepen 5 t/m 8 mochten experimenteren met klank, ritme en verschillende soorten rijm (eindrijm, klinkerrijm, alliteratie). Daar kwamen mooie woordcombinaties en zinnen uit, zoals: 
– Ik schommel op school en word dol.
– De kip is hip. De kip is raar en rookt een sigaar.
– Een lammetje maakt een sprongetje.
– Supersonische springplank naar Saturnus.

Het leuke van zo’n online-bezoek is dat de kinderen mij zien in mijn kamer, thuis.
Ze zien mijn boekenkast, en dat is een mooie aanleiding om te praten over lezen.
Ik vraag bijvoorbeeld: ‘Wie van jullie heeft een eigen boek, of misschien al een klein boekenplankje?’ Ik spoor ze aan om voor hun verjaardag boeken te vragen, of van hun zakgeld een boek te kopen, zodat ze later – als ze zo oud zijn als ik – ook zo’n grote boekenkast hebben. Kwestie van sparen en verzamelen. Tijdens ons gesprek kan ik spontaan boeken uit mijn kast trekken en voor de camera laten zien. Bijvoorbeeld de oude, vergeelde Jip en Janneke waaruit ik als kind ben voorgelezen, en die ik nog steeds heb. Zo’n boekenkast maakt indruk op kinderen… grappig om te zien. 

Na mijn bezoek stuurde juf Ester van groep 3/4 me een leuk bericht:
“De kinderen zijn vandaag enthousiast verder gegaan met het schrijven van een tekst bij hun tekening. In de bijlage een aantal resultaten. Dank je wel voor je inspirerende bezoek.”
Het mooiste wat je als schrijver na zo’n bezoek kunt horen: dat het nog langer doorwerkt.

Meester Marc van groep 7/8 mailde me het werk van Lisa. Zij maakte niet alleen een grappige, lichtvoetige tekst met klankrijm, maar illustreerde die ook meteen even.
Ik mag het aan jullie laten zien (en leende haar woorden voor de titel van dit blog): 

 
 
Posted in De wind en wij, Nieuws, Over boeken, Over onderwijs en lesgeven | Tagged , , , , , | Leave a comment

Laatste dag van een raar jaar

Het valt niet mee om aan het eind van dit jaar een blog te schrijven.
Wat een raar jaar, 2020. Coronajaar. Onwerkelijk. Vreemd. Beangstigend. Stil. 
Raar en naar. Soms fijn en mooi, tegen alle klippen op.

Het jaar begon goed. Ik had de stap genomen om toch weer het onderwijs in te gaan en begon op 20 januari als vervangend docent Frans bij een gymnasium in Leiden. Een paar klasjes, klein beginnen, voorzichtig, kijken of het op deze school misschien wel zou lukken. Die start was spannend, maar het lukte. Kort daarna was het voorjaarsvakantie. Sommige leerlingen gingen op vakantie naar Italië en ik weet nog dat ik daar al mijn hart vasthield. Daarna brak het los. Ik hoef het jullie niet te vertellen. 

Een week vóór de eerste lockdown overleed mijn schoonmoeder, plotseling. Wij konden nog op een mooie manier afscheid nemen, maar mochten elkaar niet omhelzen of een hand geven. Dat was vreemd, bij zo’n belangrijk afscheid. Later beseften we dat we ‘geluk’ hadden gehad.

Na de lockdown moesten we online lesgeven, ik schreef er eerder over. Het ontroerende beeld van de jongeren in hun eigen kamers, achter hun webcamera’s. Het lastige van lesgeven op afstand, achter een beeldscherm, zonder veel respons. Na de zomer mocht ik als vervanger blijven op deze school, dat is één van de mooie dingen van dit jaar. En ik geef nog steeds met plezier les! Ondanks de ontsmettingsmiddelen, mondkapjes, het afstand houden en de soms gespannen collega’s. Na maanden live gaan we in januari weer online lesgeven. Niet leuk, maar wel nodig. We slaan ons er dapper doorheen, leerlingen en docenten in het hele land.

In september verscheen een nieuw prentenboek van mij en Kristof Devos: De wind en wij.
We konden niet twee boekpresentaties geven, in België en Nederland, zoals we dat eerder deden. We besloten zelfs helemaal geen boekpresentatie te doen. Dat was opnieuw vreemd en totaal niet feestelijk. We waren (en zijn) trots op dit boek en hadden het graag willen vieren. Het werd gelukkig warm ontvangen door lezers, en uitgeverij De Eenhoorn wist toch iets feestelijks te organiseren door een prachtige Limited Edition uit te brengen. De afgelopen dagen verschijnen er opeens veel blogs en berichten op sociale media waarin De wind en wij lovend wordt besproken. Ons boek blijkt veel mensen echt te raken. Dat is heel mooi! 

Toen Kristof en ik met het boek bezig waren stelde ik hem veel vragen. Dat doe ik altijd, maar bij dit boek heb ik hem echt de oren van het hoofd gevraagd, omdat ik nog meer dan anders moest zoeken naar de juiste toon… misschien doordat het ging over ouderschap en ik zelf geen kinderen heb? Eén van mijn vragen was: denk je dat dit verhaal kinderen gaat aanspreken? Tijdens het proces werd ik bang dat kinderen zich niet zouden kunnen vinden in een boek dat als onderliggend thema ‘vaderschap’ en ‘loslaten’ heeft. Gelukkig is Kristof een stuk jonger en wijzer dan ik. Hij maakte zich daar geen moment druk om en verzekerde me ervan dat kinderen er hun eigen verhaal in zouden zien. Ik vertrouwde hem, maar bleef het toch spannend vinden. Tot het moment dat ik het boek een allereerste keer mocht voorlezen…

Dat gebeurde tijdens een bezoek in groep 3 bij een basisschool in Den Haag. Een grote groep met 33 kinderen. Ze hadden al een tijdje naar me geluisterd, ze hadden honderd vragen gesteld en begonnen wat drukker te worden. Ik fluisterde tegen de juf dat het misschien geen goed moment was om voor te lezen, maar zij fluisterde terug ‘doe maar wel’. Dus daar ging ik, met knikkende première-knietjes en een slideshow van de prenten in het boek. We deden het licht uit, waardoor het donkerder werd in het lokaal en het schijnsel van het digibord een beetje leek op kaarslicht. Ik las zo mooi mogelijk voor, en de kinderen deden mee. Ze reageerden, ze keken aandachtig naar de tekeningen, ze bliezen mee met de wind en ze huilden als honden. Aan het eind bleef het even stil, tot een meisje verzuchtte: ‘Wat mooi… het leek wel een gedicht.’ Toen ik wat vragen stelde over de personages hadden de kinderen er inderdaad hun eigen verhalen bij. Misschien was dat het mooiste moment van mijn jaar… de geladen stilte na het voorlezen, en die zucht. Een magisch moment, in een klaslokaal, bij digi-kaarslicht.

Ik wens jullie voor 2021 veel magische momenten toe. Met of zonder boeken. 
En gezondheid. Dat ook. Blijf veilig. Houd moed.

Liefs, Claudia

Foto van het voorleesmoment in groep 3 van basisschool De Parkiet in Den Haag, 1 oktober 2020, tijdens de Kinderboekenweek. (Foto gepost met toestemming van ouders en kinderen.) 
Let op het jongetje rechts, dat meehuilt…
‘Honden huilden in de verte (aaaaaaoooeww)’

 

Posted in De wind en wij, Over boeken, Over onderwijs en lesgeven, Persoonlijke berichten | Tagged , , , | Leave a comment

Nieuw boek in september

Wie ons volgt op sociale media weet het al, maar voor verstandige lezers (verstandig, omdat je zonder sociale media meer tijd overhoudt voor lezen) ook hier het goede nieuws: er komt een nieuw prentenboek van tekenaar Kristof Devos en mij.
We werkten eerder samen en maakten twee prentenboeken: Nooit is voor altijd en Max maakt een vriend

Ons nieuwe prentenboek – De Wind en Wij – verschijnt op 16 september 2020 bij uitgeverij De Eenhoorn. Zet het vast in je agenda!
Het is officieel een kinderboek (5+), maar eigenlijk zijn mooie prentenboeken voor alle leeftijden… en mooi wordt het. 

Voor je kwam 
Wist ik niet
Wie je zou zijn
Hoe je eruit zou zien
Hoe je zou klinken, ruiken, bewegen …

Een liefdevol boek over opgroeien en opvoeden.
Over loslaten en duwtjes in de rug geven.
Over de wind die ons meevoert, en onze haren doet wapperen.

 

 

Posted in De wind en wij, Nieuws, Over boeken | Tagged , , , | Leave a comment

Docent op afstand (#Quarantainehaikus)

Ik las dat Kees van Kooten een bundel met haiku’s publiceert: ‘575 Haikoots’, en kwam terecht bij dit interview in Trouw, waarin hij een minicollege haiku-schrijven geeft.
Eerder schreef ik zelf haiku’s, en ik gebruik deze poëzievorm graag in lessen creatief schrijven aan kinderen, omdat de vorm (drie regels) en het aantal lettergrepen (5-7-5) houvast geeft.

Goede gedichten schrijven is hondsmoeilijk. Hoewel ik wel ‘s een gedicht schrijf en mijn teksten vaak iets poëtisch hebben, zie ik mezelf niet als dichter. Haiku’s schrijven is eigenlijk een hobby. Ik vind het leuk om te doen, en soms lukt een haiku best goed.
Bij het schrijven van toneelteksten of tekst voor prentenboeken kies ik ook vaak voor eenvoud, voor woorden weghalen, tot het goed is. Haiku’s hebben een lichtheid die me bevalt. Je beschrijft iets kleins en eenvoudigs, dat tegelijk heel ruim en groots kan zijn.

Na het lezen van het interview met Van Kooten kreeg ik weer zin en schreef ik een serie haiku’s over mijn ervaringen als docent op afstand, in deze periode van quarantaine. Leraren en leerlingen herkennen de situatie vast, en misschien ook sommige beelden (want we zijn minder uniek dan we denken). Geen idee trouwens, of je haiku’s in serie mag schrijven, met een langer doorlopend verhaal?
Het gaat over lesgeven via videoconference, waarbij docent en leerlingen contact hebben via webcam en beeldscherm (ik beschreef hier hoe dat werkt).
En het gaat over mijn leerlingen uit de tweede klas op een middelbare school, die me de afgelopen tijd een inkijkje gaven in hun kamers en hun leven (in ruil daarvoor zagen ze mijn hoofd, mijn boekenkast, mijn kat en wat Franse grammatica).
Ik post de serie hieronder… dus wie jeuk krijgt van haiku’s moet NU stoppen met lezen. 

 

Docent op afstand

Lessen op afstand
Leerlingen in hun kamers
Dichterbij dan ooit

De drukke jongen
Met achter zich een gitaar

Opeens verlegen

Ik vraag een leerling
Wat zijn dat voor medailles?
‘Roeien’ zegt hij trots

Meisje met huisdier
Haar cavia Kruimeltje
Ze houdt hem omhoog

Wat is dat voor sjaal?
Ajax natuurlijk, mevrouw’
Discussie barst los

Jongen in cockpit
Professionele headset
‘Voor gamen’ zegt hij

Op haar telefoon
Laat ze me haar vriendin zien
Leuk droste-effect

Jongen op zijkant
Zegt ‘het moet maar even zo’
Ik kantel mijn hoofd

Meisje met raskat
Grote kamer met vleugel
Haar ouders niet thuis

Hij gaapt uitgebreid
Wist niet dat hij in beeld was
Maar ik zag het toch

Ik praat voor een lens
Weet niet of ze me horen
Aan de overkant

Soms opeens een vraag
En de stem van een leerling
Ze horen me toch

Kon je het volgen?
Het meisje laat haar schrift zien
Aantekeningen

Hoe lang duurt dit nog
Vraagt een stem ongeduldig
Niet lang meer, zeg ik

Klein geluksmoment
Een leerling die een mail stuurt
Hoe gaat het met u?

Docent op afstand
Geeft les zonder leerlingen
In pyjamabroek

 

 

 

Posted in Haiku's, Over onderwijs en lesgeven | Tagged , , , , | Leave a comment