Plattelandje in de stad

Sommige mensen twijfelen over wat nou beter is: ‘wonen in de stad’ of ‘wonen op het platteland’. Ik denk dat vooral stedelingen vaak denken dat ze misschien wel beter af zouden zijn op het platteland. Dat is rustgevend en gezonder, omdat je vaker in de natuur en in de buitenlucht bent. Er is veel meer ruimte, letterlijk en misschien ook wel figuurlijk. Je kunt een moestuintje aanleggen, of een kruidentuin, of een wildebloementuin, of een vlindertuin. Je kunt een paar huisdieren nemen zonder je schuldig te voelen, ze kunnen buiten rondscharrelen. Je kunt een geitje houden, of een paar geitjes, en dat zie je meteen voor je, zooo idyllisch, zo rustiek. Je ziet jezelf al bezig in een katoenen jurk, met gezonde wangen en slordig opgestoken haar. Of in een blauwe overall met kaplaarzen. Lekker geitenstalletjes uitmesten.

Maar ja. Wat moet je zonder theater en bioscoop? Wat moet je in een dorp waar niet eens een fatsoenlijke boekhandel is en waar de bibliotheek vooral kasteelromans in de collectie heeft? Zo’n dorp waar iedereen elkaar kent en in de gaten houdt? Bovendien kun je nooit meer weg. Je kunt niet op reis als je geitjes en honden en katten en kippen hebt. Je zit voorgoed vast in dat bekrompen dorp, tot je enkels in de zuigende modder.

Ik heb hem ook, de plattelandsdroom. Misschien komt het er ooit nog van, misschien wagen we over tien of twintig jaar de stap en gaan in een uithoek wonen. En misschien zal dan blijken dat het een vergissing is. Dat ik een stadsmens ben. Toch.

Ondertussen spelen we plattelandje in de stad. Dat kan ook. Kijk maar:

 

Posted in Persoonlijke berichten | 7 Comments

Het meegelifte monstertje

Een nieuw schoolschrift met de eerste zin.Waarom hebben we allemaal het gevoel dat alles nieuw en fris is, als het nieuwe jaar begint? Ik lees het overal. We doen alsof het nieuwe jaar een leeg schoolschrift is, waarin we opnieuw kunnen beginnen. Het is een duidelijk voorbeeld van een verhaal waar we met z’n allen in willen geloven. Pure fantasie. Een collectieve fantasie die invloed heeft op ons dagelijks leven. Er worden dingen aangepakt die vorig jaar (twee dagen geleden) nog onmogelijk leken, zoals grootscheeps opruimen, boeken wegdoen, administratie opschonen, muren schilderen, bikinilijn ontharen, relaties verbreken, stoppen met roken/drinken/eten/tvkijken/laatnaarbedgaan/uitstellen/liegen/sporten/enzovoort.

Mij hoor je niet klagen. Ik ben vóór fantasie. En ik probeer dapper mee te doen, maar ik heb toch een beetje moeite, merk ik, met de schole-lei-illusie. Ik had niet gedacht dit ooit een keer te zeggen, omdat het één van de dingen was waar ik niet in geloofde, maar ik heb last van een writer’s block. Voor degenen die niet weten wat dat is, een writer’s block betekent dat je geen letter op papier krijgt. En wat blijkt, zo’n block trekt zich niks aan van een nieuw jaar en van wat mensen allemaal wel of niet geloven. Het monstertje is ergens in december op mijn rug gesprongen en vrolijk meegelift naar 2012. Het zit er nog steeds, op m’n rug, en het joelt triomfantelijk in m’n oor: ‘Jahaaa, het lukt niet hè? En weet je waarom, waarom het niet lukt? Het is niet goed, wat je schrijft. Je had het allemaal zo leuk bedacht hè, op je schrijfkamertje, achter je laptopje, met je tien vingertjes en je van trots gloeiende wangetjes, maar laat me je uit de droom helpen: het is niet goed, niiiiiet goed, niiiiiiiiiiiet gggggoed (oed-oed)!’

Ik moet er doorheen, ik weet het. Er is maar één manier: gewoon doen. Zitten. Schrijven, desnoods met het klamme zweet op de bovenlip. Het moet. Ik moet een lange neus maken naar het monstertje. Ik moet dat mormel van mijn rug zien te schudden.

Ik kan me nog goed herinneren wat er gebeurde, vroeger, met zo’n krakend nieuw schoolschrift. Hoezeer je je ook voornam om vanaf dat moment vreselijk netjes te gaan schrijven, opeens had je zonder op te letten de eerste zin geschreven en het waren altijd teleurstellende hanenpoten. Maar daar was je meestal ook weer snel overheen. Het schooljaar was begonnen. En voor je het wist was je op bladzijde twee, of drie.

Posted in Nieuws, Persoonlijke berichten | 3 Comments

Melancholie en eindejaarslijstjes

Het is donderdagavond. Buiten hoor ik vuurwerkgeknal. Nog twee nachtjes slapen en dan is het de laatste dag van het jaar. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik word rond deze tijd zo melancholisch als een deur. Geen idee waarom. Er verandert namelijk helemaal niets in die paar dagen. Op 1 januari is alles nog ongeveer hetzelfde. Meestal wel tenminste. Er is geen reden voor somberheid.

Gisteren dreigde ik erin te glijden… in die zachte, zompige triestigheid. Ik zag overal jaaroverzichten, de meeste waren niet bepaald vrolijk. En op internet verschenen allerlei lijstjes. Ook boekenlijstjes. Op een blog over kinderboeken dat ik al een tijdje volg, zag ik dat het ‘een weinig opwindend jaar’ was geweest. Dat had ik zelf heel anders ervaren. Voor mij was 2011 juist bijzonder opwindend, omdat een grote droom is uitgekomen: mijn eerste boek is verschenen. Het is natuurlijk onnozel, maar ik trok het me opeens persoonlijk aan dat iemand het een weinig opwindend jaar had gevonden. En nóg onnozeler, ik kreeg het idee dat als ik niet ergens op zo’n eindejaarslijstje zou staan, mijn jaar min of meer waardeloos zou zijn geweest…

Diezelfde middag kreeg ik bericht dat mijn boek toch op iemands lijstje stond. Op twee lijstjes zelfs, wie had dat gedacht. Kijk maar: hier en hier.

Je begrijpt wel dat dit de triestigheid een zware slag heeft toegebracht, daar had hij niet van terug. Maar het zwelggevaar is nog niet geweken… eindejaarsmelancholie is een taai en vasthoudend beest, dat altijd wel een weg vindt. Nog even volhouden. Twee nachtjes slapen. Dan beginnen we aan een nieuw jaar. Een zeer opwindend jaar!

Ik wens jullie een zorgeloos, geïnspireerd en bloedmooi 2012.

Claudia

 

Posted in Nieuws, Persoonlijke berichten, Wolfje | Tagged | Leave a comment

Mijn eerste interview op de radio

Amsterdam FM studio

Amsterdam FM studio

Morgenochtend -dinsdag 27 december- word ik voor het eerst geïnterviewd op de radio, bij Amsterdam FM! Ik vind het erg leuk om anderen te interviewen en het hemd van het lijf te vragen, maar zelf bevraagd worden is andere koek. Er zijn mensen die makkelijk en graag over zichzelf praten, en ik weet niet of ik daar bij hoor, bij die mensen. We zullen zien. Morgen.

Vroege vogels, zet een sterke pot koffie en luister van 9.30 tot 10.00 uur (live stream op de website: hier). Het programma heet Ochtendhumeur en wordt gepresenteerd door Bert van Galen. Het interview wordt gedaan door collega-schrijfster Jowi Schmitz die (net als ik) dit jaar debuteerde, met haar kinderboek Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen. Elke laatste dinsdag van de maand interviewt Jowi kinderboekenschrijvers, dit is de tweede ‘aflevering’. Het gesprek zal gaan over kinderboeken en over schrijven.

 

Nagekomen bericht: wie de uitzending alsnog wil beluisteren kan dat doen door hier te klikken. Even ‘doorspoelen’ naar 9.30 uur. Het programma is nog tot ongeveer een maand na uitzending te beluisteren, als het goed is.

Posted in Nieuws, Wolfje | Leave a comment

Wolfje onder de kerstboom

Zeg nou zelf, wie wil dat niet: een boek onder de kerstboom…

Wilt u Wolfje aan iemand cadeau geven? Als u via deze boekwinkel bestelt, dan schrijf ik voorin een speciale boodschap voor de persoon aan wie u het cadeau geeft. Tijdens de bestelling kunt u een opmerking plaatsen. U kunt dan aangeven voor wie het boek is en dat u het graag gesigneerd wilt hebben. Vertel iets over de persoon aan wie u het wilt geven, iets wat hem/haar bijzonder maakt, of iets wat u graag een keer tegen hem/haar wilt zeggen, via deze weg. Ik zal het in mijn boodschap verwerken. Mocht u nog iets willen toevoegen of vragen, dan kunt u altijd mailen naar de boekwinkel, ik zal de mail beantwoorden (het e-mailadres staat op de website van de winkel). Bestellen vanuit België kan ook! Bestel op tijd, zodat het boek voor kerst in huis is. Voor wie in Amsterdam woont, u kunt het boek natuurlijk ook gewoon komen ophalen in de winkel, op het Leidseplein.

Laat de bestellingen maar komen. Ik ben benieuwd naar wat u gaat mailen… geheimen of lieve dingen die u tegen iemand wilt zeggen. Laat de kerstviolen maar aanzwellen, geneer u niet. Daar is het leven te kort voor!

Witbesneeuwde kerstgroet van Claudia Jong

Posted in Nieuws, Wolfje | Leave a comment

Fatale datum

www.loggenbloggen.se

Het moest ervan komen. Ik heb er zelf om gevraagd bij mijn redacteur: een deadline voor de eerste versie van het tweede boek over Wolfje. En ik heb hem gekregen. Als ik eraan denk wordt het een beetje licht in m’n hoofd, lekker is dat, alsof ik een vrije val maak. En tegelijkertijd is het beangstigend… hoewel je er niet dood van kunt gaan. Tenminste, daar ga ik vanuit. Je weet het natuurlijk nooit. (Hier rust Claudia, ze nam de deadline erg letterlijk!)

Op Wikipedia staat het gortdroog beschreven: ‘Een deadline is de tijdslimiet die aan een bepaalde werkzaamheid of een aan een proces is gesteld, of de uiterste datum waarop die werkzaamheid of dat proces moet zijn afgerond. Er wordt ook wel gesproken van fatale datum of fataal tijdstip, en daarmee wordt benadrukt dat er daarna in het geheel niets meer kan worden gedaan.’

Het eerste deel klopt in dit geval, maar het tweede deel is overtrokken. Na de fatale datum kan er heus nog wel iets worden gedaan. Sterker nog: dan moet er nog herschreven worden. Gelukkig krijg ik daarvoor weer een nieuwe deadline.

Maar goed, eerst moet ik die eerste deadline zien te halen. Ik was nogal stoer toen ik erom vroeg. Ik hoorde mezelf ‘twee hoofdstukken per week’ zeggen, alsof het niets was. En nu hang ik te bungelen in m’n glitterpakje, aan de trapeze, zonder al teveel oefening. Gelukkig is er een vangnet. Als het nog niet goed genoeg is, doen we er gewoon een jaartje bij. Dan maken we nieuwe deadlines. Zo hou ik mezelf bezig, stel ik mezelf gerust. Omdat het deze week niet zo wil vlotten met die hoofdstukken. Maar het komt goed. Ik moet er gewoon even inkomen. Laat me maar even. Ik heb nu even last van  procrastinatie (zie wiki, pas op: gortdroog-alert!)

PS: Naar aanleiding van dit stukje svp géén tips sturen. Mijn boekenkasten staan vol tips. En het lezen van (en bedanken voor) tips kost tijd.

Posted in Nieuws, Persoonlijke berichten, Wolfje | 2 Comments

Je kijkt niet

 

Je kijkt niet naar mij

Maar de andere kant op

Ik heb iets gedaan

 

 

Posted in Haiku's | Leave a comment

Ben jij het

 

Ben jij het papa

En is mama daar ook nog

Of is ze naar huis

 

Posted in Haiku's | Leave a comment

Ondertussen, in de elfenwereld…

An engraving showing a man jumping after a woman (an elf) into a precipice. It is an illustration to the Icelandic legend of Hildur, the Queen of the Elves.

Gravure van George Pearson uit 1864, van een man die achter een vrouw (een elf) in een afgrond springt. Illustratie bij een IJslandse legende over Hildur, Koningin van de Elfen.

Ze zit onder haar bed, op het bureau, haar benen bungelen naar beneden. Bleek gezichtje, donkere ogen en donker lang haar. Ze draagt een soort Noors gebreid jurkje, met een zwarte maillot en trui eronder. Ze ziet eruit als een elfje. Een elfenkind, dat je ‘s nachts in een bos zou kunnen tegenkomen en dat je met satanisch plezier zou doen verdwalen. Maar haar kamer is verre van satanisch, alles is juist heel licht en liefdevol: een raam met uitzicht op groen gebladerte, witte muren en meubels, bureau, kastje, hoogslaper met laddertje en overal roze hartjes. En door de spijlen van het bed steekt een rulgeknuffeld konijntje.

Femke is acht jaar en woont in een huis met haar vader, moeder, twee zusjes en twee konijnen die eerst Zwartje en Grijsje heetten, maar later werden omgedoopt tot Bartje en Gijsje (voornamelijk omdat Grijsje eigenlijk bruin was en vader de eerste namen niet zo leuk vond). Elke week krijgt ze 50 cent zakgeld. Gewone meisjes zouden er snoep van kopen, of barbies, of computerspelletjes, of andere kinderdingen. Femke is niet gewoon. Zij spaart voor een nacht in een kasteel. En ze wil met haar nicht Kristel naar Australië. Ik vind dat Femke heel gauw wat meer zakgeld moet krijgen…

Als haar wordt gevraagd of ze ergens in gelooft, geeft ze een elfenachtig antwoord: ‘Af en toe geloof ik wel in God, maar als ik dan kinderen hoor zeggen dat God niet bestaat, raak ik in de war.’ Dat is helemaal niet erg. Elfjes mogen in de war zijn, sterker nog, ze moeten permanent een beetje in de war zijn. Godsdienst omschrijft ze heel juist, als ‘een les waarin we verhalen vertellen’. Ze is erg goed in observeren en het beschrijven van dingen. Dat doet ze stapsgewijs en op een niet-oordelende en filosofische manier, zodat je er nog even over kunt nadenken. Zo zegt ze dat ze erg van jurkjes en rokjes houdt, terwijl andere meisjes uit haar klas meer van broeken houden. Daarna zegt ze: ‘Alleen de heel verlegen meisjes dragen rokken. Ik was eerst ook verlegen, maar nu niet meer zo.’ Hier kun je uren over nadenken. Ik tenminste wel. Waarom houdt Femke zoveel van rokjes en jurkjes? Zegt dat iets over je karakter, als je acht jaar bent? Wat betekent het dat alleen de heel verlegen meisjes rokken dragen? En je kunt dus over je verlegenheid heen groeien, en tóch jurkjes blijven dragen. Hoe zou het trouwens komen dat ze nu minder verlegen is dan vroeger?

Ze bewondert een meisje uit haar klas, dat erg op haar lijkt. Dat is ook zo leuk dubbel, dat je iemand bewondert die op je lijkt. Maar dat meisje heeft wel een ander gezicht, een mooier gezicht dan het hare, vindt Femke. Je zou het kind zo bij haar elfenoortjes willen grijpen en roepen: ‘Niemand heeft een mooier gezicht dan jij, onthoud dat goed, waar je ook naartoe gaat, hoe oud je ook wordt! Hoor je me?’

Haar grootste droom is dat ze later net zo’n bed wil als ze nu heeft. Een bed met een laddertje. En daaronder gaat ze vanalles bouwen: een keukentje, een tafeltje, een poppenservies en een gordijntje. Terwijl ze het uitspreekt, weet ze dat het onmogelijk is. Dit soort dingen kunnen niet meer als je volwassen bent, denkt ze. Je kunt de schaamte en het verdriet bijna tussen de regels lezen. Maar daar heeft dit slimme elfje een oplossing voor. Ze gaat het later voor haar kinderen maken, die kunnen haar dan uitnodigen op visite en dan kan ze het toch nog zien. Haar bed met het laddertje.

Als ik het lees bekruipt me een vreemd verlangen: ik wil het toekomstige kind zijn van dit achtjarige meisje. Dit klinkt misschien bizar in uw oren. Maar in de elfenwereld is het heel normaal.

 

(Geschreven naar aanleiding van de Volkskrantserie ‘Dit ben ik- portret van een kind in zijn of haar slaapkamer’, elke dinsdag in de bijlage. Femke stond er gisteren in, 8 november. Kijk voor meer bij de categorie ‘Portretten’.)

Posted in Portretten | Tagged | 3 Comments

Het verzoek van meneer Devos

Tekening van een jongen die een ster probeert te pakken.

www.kristofdevos.com

Een tijd geleden kreeg ik via twitter dit bericht: ‘Dag MevrouwCJong, nu we toch al een tijdje elkanders volgers zijn zou ik u graag bij deze uitnodigen om samen met mij een kinderboek te maken. Hebt u tijd en zin om dit verder te bespreken?’ Ik kende de afzender niet. Kristoftekent heette hij, op twitter. In het echt heet hij Kristof Devos. Nieuwsgierig ben ik zijn tweets en website gaan bekijken, en ik was blij verrast, ik vond zijn tekeningen mooi. Erg mooi zelfs. Dus ik heb geantwoord. Het balletje is gaan rollen.

Ik had het nog nooit gedaan, tekst schrijven voor een prentenboek. Kristof liep al lang met een idee voor een boek dat hij wilde maken, over een gevoelig en persoonlijk onderwerp. Ik ga nog even niks over de inhoud zeggen, dat komt later wel. Het gaat me nu even om het proces. Hopelijk is het voor jullie toch te volgen. Ik vond het een eer dat Kristof me vroeg om de tekst te schrijven, en tegelijk vond ik het doodeng, juist vanwege het onderwerp. Wat als ik er niet in zou slagen het goed te verwoorden? Ik zou het vreselijk vinden om het te verknallen. Of erger: een tekst schrijven die wel aardig is, maar nèt niet de kern raakt. Bovendien mocht de tekst niet onderdoen voor zijn tekeningen. Maar de woorden mochten de tekeningen ook niet in de weg zitten. En trouwens, hoeveel tekst mag een prentenboek eigenlijk hebben? Zo weinig mogelijk. Daar ben ik goed in, dacht ik. Maar toen ik ging schrijven kwamen er lappen tekst uit. Veel meer dan de bedoeling was. Minder ging niet.

Afgelopen week heb ik tekst ingeleverd, tegen een uur of twee ‘s nachts. De volgende dag kreeg ik meteen een reactie. Kristof was erg blij, en zelfs ontroerd, een pak van m’n hart. Hij mailde: ‘Je hebt het verhaal geschreven dat ik niet op papier kreeg.’

Ik krijg niet dagelijks een uitnodiging om samen een boek te maken. En dit vond ik heel bijzonder, deze ontmoeting. Volgens mij wordt het een heel mooi boek, ik ben er nu al trots op. Als het zover is, zijn jullie de eersten die het horen, beloofd.

Ga kijken naar de tekeningen op het blog van Kristof Devos. Lees ook zijn bio en dit interview.

PS: Als cynici zeggen dat social media slecht zijn, moet je ze niet geloven.

Posted in Nieuws, Nooit is voor altijd, Over boeken | Tagged , | 2 Comments