Vandaag heb ik de kinderen van mijn groepen 5/6 verteld hoe een boek wordt gemaakt, wie er allemaal aan meewerken, en wat er met een boek gebeurt als het af is. Ik vroeg nogal wat van hun concentratievermogen, met een hele rij (soms best moeilijke) woorden: manuscript, typoscript, gepubliceerd, uitgever, redacteur, illustrator, grafisch vormgever, corrector, drukker, publiciteitsmedewerker, vertegenwoordiger en boekverkoper. Maar ze hebben het met glans doorstaan, de dappere dodo’s.
Gelukkig had ik ook wat foto’s en spullen bij me, om het levendiger te maken, en vooral echter. Wat indruk maakte was mijn manuscript (eigenlijk typoscript) van Wolfje: een dik pak papier, met daarin de rode pen van mijn redacteur. Strepen, doorhalingen, opmerkingen, vragen in de kantlijn, tekstcorrecties en -suggesties, maar ook [HA] waar ze hardop had gelachen. De eerste pagina was behoorlijk rood, de kinderen bekeken het met grote ogen. ‘En dit is nog maar de eerste pagina!’ zei ik, wijzend op het dikke pak papier.
Nóg grotere ogen, veel ah’s en oh’s, diep respect van de kinderen.
Hopelijk heb ik ze iets geleerd dat ze nóóit meer vergeten. En misschien kijken ze nu anders naar de boeken die ze lezen, die ze in hun handen houden. Want terwijl ik het stond te vertellen dacht ik: Wauw, wat een werk eigenlijk, zo’n boek. Wat mooi dat er zoveel moeite in wordt gestoken.
Na mijn (veel te lange) spreekbeurt over het maken van een boek, ben ik met ze teruggegaan naar de basis. Naar letters, naar woorden, naar taal. Naar hoe bijzonder het is dat ze hebben leren lezen en schrijven, en dat dat best nog kort geleden is.
Ik zei: ‘Doe je ogen dicht en denk terug aan toen je leerde schrijven op school. Wat waren de eerste woorden die je leerde?’
Daarna maakten ze een tekening van hun lievelingswoord, waarbij ze moesten proberen de letters en de tekening met elkaar te ‘mengen’, bijvoorbeeld, bij het woord SLANG kun je een slang maken met de letters, en bij het woord VUUR kun je proberen ‘vurige’ letters te maken. Prachtige dingen kwamen daar uit. Jammer genoeg ben ik vergeten foto’s te maken… Maar ik kan wel wat lievelingswoorden van de kinderen delen. Hier komen ze:
eenhoorn (en unicorn, in een andere groep)
flamingo
papegaai
bal (van een jongen die nog goed wist dat dit het eerste woord was dat hij leerde)
vuur
roos
vis
PowerPoint (van een meisje dat een goed cijfer haalde voor een spreekbeurt met PP)
huis
bloem
illustrator (van een meisje dat goed had opgelet)
hamburger
patat
hotdog (van een jongen die ‘hamburger’ had gejat, en daarna zelf iets verzon)
pauw
wolk
ijs
zakgeld (van een jongen die van geld hield en graag 500 euro zakgeld wilde)
straks
pizza
precies (van een meisje dat eerst ‘presies’ schreef, het daarna verbeterde, en dus heel precies met het woord precies bezig was)