Een les over poëzie. Ik verwachtte er eigenlijk niet veel van. Ik schrijf niet vaak gedichten, ik vind het moeilijk om ze te schrijven. Ik weet er te weinig van, dacht ik. En ergens dacht ik dat kinderen poëzie een soort van saai zouden vinden. Nu trap ik vast een paar dichters op hun ziel. Maar dichters kunnen wel wat hebben, qua ziel. En mijn twijfels waren onterecht, zo bleek vandaag.
Ik had de leerkrachten gevraagd om vooraf dit Klokhuis-filmpje met de kinderen te kijken, over poëzie. Ze hadden dus al wat voorkennis, maar je weet nooit wat er van zo’n filmpje blijft hangen.
Ik las een gedicht voor van vier regels, uit de bundel Ik zoek een woord (boekentip).
Toen ik klaar was stak een jongen meteen zijn hand op en zei: ‘Gekruist rijm!’
Nog vóór ik een vraag had gesteld.
Klein mond-open-val-momentje voor mij en de leerkracht.
En dan de gedichten van de kinderen zelf…
In de eerste groep was iedereen een beetje stil van wat ze hadden geschreven.
Van hoe goed het was.
Ook in de andere groepen zijn prachtige gedichten geschreven en voorgelezen.
Drie voorbeelden, lees maar: