Er staat een nieuwe recensie van Nooit is voor altijd, geschreven door Tine Mortier, op Vertel eens, een blog over kinderboeken. Het zijn drie aan elkaar gekoppelde recensies van prentenboeken over verdriet, twee over verlies en één over pesten. De recensie begint zo: “Het blijkt een punt van discussie: hoe ver kun je gaan in een kinderboek over verdriet en problemen? Hoe donker mag het verhaal worden en hoe dreigend de prenten?” Ik weet niet precies aan welke discussie Tine refereert, daar ben ik benieuwd naar.
Ik weet wel dat Nooit is voor altijd sinds het verschijnen begin dit jaar verdeelde reacties heeft opgeroepen. Kinderboekwinkels in Amsterdam durfden het niet aan om de boekpresentatie te doen in hun winkel. Van de uitgever hoorden we dat een recensent van een Nederlandse krant moeite had met het boek en het niet wilde recenseren, en een online recensent die dat wèl wilde vond de tekst goed, maar de tekeningen veel te heftig voor kinderen, in combinatie met dit onderwerp. Daarnaast kreeg het boek ook een paar zeer lovende recensies, en ontvingen we mooie reacties van lezers, onder wie een rouwdeskundige die er enthousiast over was en een 11-jarige jongen die een ontroerende brief schreef.
Nu mag iedereen -uiteraard- vinden wat hij of zij vindt van een boek. Maar ik ben toch blij met deze nieuwe recensie, die de weegschaal weer iets meer aan één kant doet dalen: daar waar kinderboeken rauwe pijn en verdriet mogen tonen. Ik ben er van overtuigd dat juist het erkennen van die rauwheid rond de dood enige opluchting kan geven (voor zover dat mogelijk is). Zoals de jongen ons schreef dat hij zijn pijn in ons boek herkende. Dat gaf hem troost.
Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat elk kinderboek over de dood zwaar moet zijn. Bovendien vermoed ik dat kinderen de tekeningen helemaal niet als zwaar of te heftig ervaren. Zij kijken ernaar, nieuwsgierig. Dat is wat ik heb ervaren tijdens mijn schoolbezoeken de afgelopen tijd: ze wilden graag praten over het onderwerp en als ik het boek omhoog hield en Kristofs balpentekeningen liet zien, waren ze meteen geboeid. Door de tekeningen zelf, en misschien ook door de balpen, die ze goed kennen. Vaak gingen ze zelf meteen tekenen (in Kristofs stijl) met de balpen die ze kregen om verhalen mee te schrijven.
Je kunt dus heel ver gaan in een kinderboek over verdriet. Maar wat is ver? Waar ligt de grens en wie kan zeggen wat te heftig is voor een kind? Kinderen prikken nieuwsgierig met stokjes in dooie dieren, waar volwassenen terugdeinzen. Voor Kristof en mij voelde het geen moment als ‘ver gaan’. Het voelde natuurlijk. We hebben het boek gemaakt dat we wilden maken.
Zie ‘Recensies’ voor het deel van Tine’s recensie over Nooit is voor altijd.
En nog een foto van Senne (4 jaar), die tijdens de boekpresentatie te midden van de drukte heel lang in het boek heeft zitten bladeren:
Hoe jonger het kind, hoe groter het vermogen zelf in te vullen wat het ziet. Daar hoeven wij als volwassenen niet altijd tussen te staan. De tekeningen uit ´Nooit is voor altijd´ laten geen nare beelden zien die direct binnen komen, ze zijn heftig omdat de emoties erachter groot zijn. Logisch, het gaat over dood, missen en rouw. Bovendien is het prettige van een boek dat een kind het makkelijk kan dichtslaan en zichzelf kan beschermen tegen wat het niet wil zien.