Waarom hebben we allemaal het gevoel dat alles nieuw en fris is, als het nieuwe jaar begint? Ik lees het overal. We doen alsof het nieuwe jaar een leeg schoolschrift is, waarin we opnieuw kunnen beginnen. Het is een duidelijk voorbeeld van een verhaal waar we met z’n allen in willen geloven. Pure fantasie. Een collectieve fantasie die invloed heeft op ons dagelijks leven. Er worden dingen aangepakt die vorig jaar (twee dagen geleden) nog onmogelijk leken, zoals grootscheeps opruimen, boeken wegdoen, administratie opschonen, muren schilderen, bikinilijn ontharen, relaties verbreken, stoppen met roken/drinken/eten/tvkijken/laatnaarbedgaan/uitstellen/liegen/sporten/enzovoort.
Mij hoor je niet klagen. Ik ben vóór fantasie. En ik probeer dapper mee te doen, maar ik heb toch een beetje moeite, merk ik, met de schole-lei-illusie. Ik had niet gedacht dit ooit een keer te zeggen, omdat het één van de dingen was waar ik niet in geloofde, maar ik heb last van een writer’s block. Voor degenen die niet weten wat dat is, een writer’s block betekent dat je geen letter op papier krijgt. En wat blijkt, zo’n block trekt zich niks aan van een nieuw jaar en van wat mensen allemaal wel of niet geloven. Het monstertje is ergens in december op mijn rug gesprongen en vrolijk meegelift naar 2012. Het zit er nog steeds, op m’n rug, en het joelt triomfantelijk in m’n oor: ‘Jahaaa, het lukt niet hè? En weet je waarom, waarom het niet lukt? Het is niet goed, wat je schrijft. Je had het allemaal zo leuk bedacht hè, op je schrijfkamertje, achter je laptopje, met je tien vingertjes en je van trots gloeiende wangetjes, maar laat me je uit de droom helpen: het is niet goed, niiiiiet goed, niiiiiiiiiiiet gggggoed (oed-oed)!’
Ik moet er doorheen, ik weet het. Er is maar één manier: gewoon doen. Zitten. Schrijven, desnoods met het klamme zweet op de bovenlip. Het moet. Ik moet een lange neus maken naar het monstertje. Ik moet dat mormel van mijn rug zien te schudden.
Ik kan me nog goed herinneren wat er gebeurde, vroeger, met zo’n krakend nieuw schoolschrift. Hoezeer je je ook voornam om vanaf dat moment vreselijk netjes te gaan schrijven, opeens had je zonder op te letten de eerste zin geschreven en het waren altijd teleurstellende hanenpoten. Maar daar was je meestal ook weer snel overheen. Het schooljaar was begonnen. En voor je het wist was je op bladzijde twee, of drie.
Mijn strategie: lezen! Lees over het onderwerp waar je over zou willen schrijven. Lees over schrijven en hoe anderen t doen. Studeer! Voelt je hoofd leeg? Vul jezelf met verhalen, schrijven is namelijk niet de waarheid beweren, schrijven is terugpraten. Zoals je nu doet, in je blog. Terugpraten tegen een schone lei of een bergje. Je komt er hoe dan ook op én overheen.
Heel herkenbaar, jouw verhaal. Ik ben nu bezig met het tweede deel van Superhelden.nl en ik heb ook continu een duiveltje op mijn schouder die zegt: Het is niet goed, de vorige keer heb je gewoon geluk gehad, maar deze keer val je eindelijk door de mand.
Wat mij iedere keer weer door zo’n moment heen helpt, is de opmerking van Ernest Hemmingway: ‘The first draft of everything is shit.’ Met andere woorden: het duiveltje/monsterje heeft gelijk! Wat je opschrijft is niet goed. In ieder geval: nóg niet goed. Maar je kunt pas herschrijven als je iets geschreven hebt. Je kunt pas stapelen als je blokken hebt.
Dus: schrijf! Negeer het monstertje niet, spreek hem niet tegen, maar geef hem gelijk. Zeg: Ja, je hebt gelijk, het is niks. Maar het wordt geweldig, wacht maar af. Wacht maar af.
Dank Jowi en Marcel! Fijn om te lezen hoe jullie het monstertje bij de lurven pakken.
Mooi citaat van Hemingway.