Gisteren gaf ik als Schoolschrijver les 7 bij mijn drie vaste groepen 7, en nu beginnen er bij sommige kinderen kwartjes te vallen (of frankskes). Dat levert geweldige momenten op…
Zo was er een jongen die uit zichzelf rijmwoorden verstopte in zijn prozatekst. Hij speelde met taal, had er veel plezier in en was zichtbaar trots op zijn vondst.
Na de eerste enthousiastelingen zijn er nu ook kinderen die eigenlijk niet goed durven voorlezen voor de klas, en zich toch door mij laten overhalen. Die kinderen prijs ik nadat ze hebben gelezen de hemel in, voor hun moed en vertrouwen. Ik hoop dat deze stap ze een duwtje in de rug geeft.
En dan was er de grote verrassing…
Deze jongen, die vanaf les 1 ongeconcentreerd was, niks op papier kreeg en weinig leek te begrijpen, zat dit keer aandachtig te luisteren en stelde vragen. En bij de schrijfopdracht rolde er opeens deze lap tekst uit, die hij ook nog eens geweldig voorlas.
Het is met potlood geschreven en niet zo goed leesbaar. Het gaat over een stad in de toekomst, met vliegende auto’s en een taxi, en hij beschrijft alles heel goed, met geuren en kleuren. Meteen na het lezen kreeg hij een daverend applaus van zijn klasgenoten, en complimenten van mij en zijn meester (ook omver geblazen).
De jongen gloeide en groeide van trots. Zijn gezicht was ineens ook anders, net als de blik in zijn ogen.
Wat fantastisch om dit te zien gebeuren…