Moeder: ‘Kijk maar niet zo onschuldig. Ik zie aan je smoel dat je weer iets hebt geleerd dat niet goed voor je is…’
(korte nadenkstilte)
Kind: ‘Eigen schuld. Jij hebt mij op school gedaan. En dan krijg je dat, daar léér je dingen.’
Moeder: ‘Kijk maar niet zo onschuldig. Ik zie aan je smoel dat je weer iets hebt geleerd dat niet goed voor je is…’
(korte nadenkstilte)
Kind: ‘Eigen schuld. Jij hebt mij op school gedaan. En dan krijg je dat, daar léér je dingen.’